|
|
\require{AMSmath}
Reageren...
Re: Re: Bewijs een contradictie
Ik heb de volgende formule:
exp(4*t)*p^4/(1-exp(t)*q)^4+4*exp(4*t)*p^3*(1-p-q)/(1-exp(t)*q)^4+6*exp(5*t)*p^3*(1-p-q)^2/(1-exp(t)*q)^5+10*exp(5*t)*p^2*(1-p-q)^3/(1-exp(t)*q)^5+5*exp(6*t)*p^2*(1-p-q)^4/(1-exp(t)*q)^6+6*exp(6*t)*p*(1-p-q)^5/(1-exp(t)*q)^6+exp(7*t)*p*(1-p-q)^6/(1-exp(t)*q)^7+exp(7*t)*(1-p-q)^7/(1-exp(t)*q)^7
Het lijkt me, dat je de formule m.b.v. het sommatieteken als één formule kunt schrijven. Ik heb vooral moeite met de coëfficiënten 1, 4, 6, 10, 5, 6, 1, 1.
Zoudt U me willen helpen?
Antwoord
Beste Ad, Dit is wel een gaaf puzzeltje! Als ik de formule juist begrijp, staat er: De coëfficiënten 1, 4, 6, 10, 5, 6, 1, 1 komen uit de driehoek van Pascal en zijn dus binomiaalcoëfficiënten. In jouw formule: Als je nu de termen met gelijke noemer samenneemt, krijg je: en dat is niet zo moeilijk onder een sommatieteken te brengen, bijvoorbeeld:
Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het
antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken
van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!
|